Hier vind je vragen en antwoorden met betrekking tot de Regionale Energiestrategie (RES) in het algemeen.
In het klimaatakkoord van Parijs is een afspraak gemaakt tussen bijna alle landen van de wereld om klimaatverandering te stoppen. Ook Nederland heeft het akkoord ondertekend. Daarom werkte de regering met allerlei partijen aan een Nederlands Klimaatakkoord. Daarin werden onder andere afspraken gemaakt over energie, voedsel en verkeer. Een van de afspraken uit het Klimaatakkoord is dat alle regio’s in Nederland samen 35 TWh aan schone energie op land opwekken. Per regio wordt een voorstel gemaakt welke bijdrage de regio kan leveren aan de 35 TWh. Daarnaast moeten de regio’s in kaart brengen hoeveel warmte er nodig is en hoe deze warmte in 2030 wordt opgewekt. Dit voorstel heet de Regionale Energie Strategie (RES). De doelstelling van het Klimaatakkoord is 49% CO2 reductie in 2030. Het aandeel grootschalige hernieuwbare elektriciteit op land is 35 TWh. Het andere deel wordt ingevuld door: Besparing (130 TWh) Wind op zee (49 TWh) Zon op dak (7 TWh) Andere duurzame energie vormen als geothermie, biomassa en biogas (39 TWh).
De gemeenten
Het doel van de RES is de ruimtelijk inpassing van duurzame energie organiseren met maatschappelijk draagvlak. We hebben dit gedaan door met verschillende partijen die gebruik maken van de ruimte in de regio te kijken naar welke mogelijkheden er zijn voor zonnevelden en windmolens in dit gebied. Als we er nu voor zorgen dat we een goed RES-bod neerleggen zullen we straks zelf kunnen bepalen hoe we de opgave gaan realiseren. We moeten nu handelen om de energietransitie veilig en humaan te laten verlopen. Dat klinkt hoog over, maar is uiterst praktisch: veilige energie- en warmteoplossingen, waarbij we vanuit sociaaleconomisch oogpunt ervoor moeten zorgen dat niet alleen de lasten maar ook de lusten binnen onze regio blijven.
De RES’sen worden opgesteld om bij te dragen aan een landelijk, duurzaam energiesysteem. Daarmee zijn de RES’sen geen gesloten systemen die enkel in hun eigen energiebehoefte voorzien. Zij functioneren juist in samenhang met elkaar. Het Planbureau voor de Leefomgeving focust straks in zijn onafhankelijk analyse ook vooral op de bovenregionale en nationale aspecten. Denk aan het brongebruik en de daarvoor benodigde energie-infrastructuur. Zulke vraagstukken kunnen regiogrenzen overstijgen.
De ontwikkelingen op dit domein volgen elkaar in hoog tempo op, zowel binnen de regio en gemeenten als op landelijk en Europees niveau. Het Nationaal Programma RES is in het leven geroepen om de RES-regio’s te ondersteunen in hun opgave. Knelpunten en nieuwe ontwikkelingen kunnen zo via een korte lijn op de juiste tafel gebracht worden.