Japanse Duizendknoop Bestrijding

De GT-Eclips technologie is gebaseerd op het aanbrengen van een hoog elektrisch spanningsverschil tussen de sapstroom in de stengel van een plant en de omgeving. Doel van het onderzoek is om via experimenten (potproeven) vast te stellen of (1) GT-Eclips technologie effectief is voor de bestrijding van Japanse duizendknoop en (2) wat de optimale instellingen van de apparatuur zijn (duur, spanning ed.).

Voor de testen worden in het veld vitale wortelstokken van Japanse duizendknoop verzameld van verschillende diktes en verdeeld over twee verschillende klassen (grof en fijn).  Elk stuk wortelstok van ca. 25 cm (i.v.m. aanwezigheid van knopen) wordt in een pot met standaard potgrond opgepot en in een geconditioneerde kas opgekweekt tot een planthoogte van 40-50 cm.

Uit elke klasse worden telkens 8 planten gedurende 24, 48 en 72 uur behandeld met de bestrijdingsmethode bij een vast spanningsniveau. Veertien dagen na beëindigen van elke behandeling wordt de helft van het aantal behandelde planten beoordeeld (n=4) op vitaliteit (plantsterfte). Een tweede beoordeling vindt plaats na 28 dagen (n=4). Een aantal planten wordt niet behandeld (blanco) en als referentie worden een aantal planten behandeld met glyfosaat (bladbespuiting, gangbare dossering). Totaal aantal benodigde planten: 80 stuks (40 grof, 40 fijn)

Voorafgaande aan de behandelingen wordt het calcium en kaliumgehalte in het (reserve) plantmateriaal bepaald. Na de eindbeoordeling (na 14 of 28 dagen) wordt per behandeling het plantmateriaal (n=4) verzameld en in het mengmonster worden de Ca en K gehalten nogmaals bepaald.