RES 1.0: het proces & ons bod

Het RES 1.0 document laat zien waar we in november 2021 stonden in het proces dat in 2018 is gestart en doorloopt tot 2030 en daarna. We zijn bij de start aan de slag gegaan met regionale en lokale ateliers. In deze ateliers is verkend wat de mogelijkheden zijn voor grootschalige energie-opwek in de regio. De uitkomsten hiervan zijn gebundeld in de Concept-RES. Op deze Concept-RES zijn vanuit volksvertegenwoordigers, maatschappelijk middenveld en inwoners reacties binnengekomen die wij via de verschillende lokale en regionale ateliers hebben meegenomen in het proces naar de ontwikkeling van de Concept-RES. In deze Concept-RES zijn de wind en zon strategie verder uitgekristalliseerd. Landelijk hadden provincies, gemeenten, waterschappen en het Rijk met elkaar afgesproken dat de RES 1.0 op 1 juli 2021 gereed zou zijn. In de regio Stedendriehoek hebben we echter een half jaar extra tijd genomen om het ontwerp van de RES aan inwoners, organisaties en volksvertegenwoordigers voor te leggen. We willen hiermee bereiken dat helder is waarom bepaalde keuzes worden gemaakt en dat er een zo breed mogelijk draagvlak ontstaat voor de strategie. Bij de bespreking van de Concept-RES door volksvertegenwoordigers zijn de inspraakreacties betrokken bij het indienen van moties en amendementen. De inzichten die dit proces hebben opgeleverd zijn verwerkt in de totstandkoming van de RES 1.0 van onze regio, die toen nog de Cleantech regio heette.

Het regionale bod in de RES 1.0 is tot stand gekomen na een zorgvuldige analyse van de landschappelijke kenmerken die we niet willen verstoren. De basis van ons bod ligt daarmee in het maximale laadvermogen van ons landschap. Er is daarbij niet gekeken naar gemeentegrenzen, opgaven per gemeente of de verhouding van de benodigde opwek in relatie tot huidig en toekomstig gebruik van energie. Gemeentes hebben de inspanningsverplichting op zich genomen om de bestuurlijke afspraken in de RES 1.0 te verankeren in het lokale omgevingsbeleid. De bijdragen per gemeente moeten uiteindelijk optellen tot het regionale bod.

In de RES 1.0 hebben we ons actuele bod vastgelegd voor het opwekken van 1,07 Twh grootschalige hernieuwbare energie. Onze ambitie is om dit bod, dat hieronder is gevisualiseerd voor 2030 te realiseren.

Voortgangsrapportage 2023

Het Nationaal Programma RES heeft met de 30 RES-regio’s in Nederland afgesproken dat iedere twee jaar op 1 juli de voortgang wordt gerapporteerd in een voortgangsrapportage. Deze voortgangsrapportage beantwoord voor onszelf de vraag of de Regio Stedendriehoek op koers ligt om het bod, de ambitie van 1.07 TWh grootschalige elektriciteitsopwek via hernieuwbare energie, in 2030 te realiseren.

Samengevat is op dit moment 0,31 TWh aan grootschalige energieopwek in onze regio gerealiseerd. Volgens de rekenmethodiek die is voorgeschreven door NPRES verwachten we op basis van de huidige stand van zaken in 2030 0,48 TWh energie op te wekken uit grootschalige hernieuwbare energie. Op basis van onze eigen regionale kennis en kunde zijn we positiever en denken we op basis van de huidige stand van zaken in 2030 0,65 TWh energie op te wekken.

In deze voortgangsrapportage geven we aan in hoeverre de resultaten van RES zijn verankerd in het omgevingsbeleid en welke instrumenten daarvoor zijn gebruikt. Is er al een plan MER uitgevoerd? Hoe verloopt de participatie? Welke relaties hebben we gelegd met andere (ruimtelijke) thema’s in het gebied? Welke knelpunten en belemmeringen signaleren we? En welke handelingsperspectieven zijn er om ons bod te realiseren?

Vooruitblik naar RES 2.0

Momenteel werkt de RES regio Stedendriehoek aan een herijking van de RES 1.0. Er hebben zich sinds de vaststelling van RES 1.0 verschillende ontwikkelingen voorgedaan die aanleiding zijn om toe te werken naar een RES 2.0.

De eerste aanleiding wordt gevormd door de netcongestie. In de Provincies Gelderland, Flevoland, Friesland en grote delen van Noord-Holland en Zeeland heeft het elektriciteitsnet haar maximale capaciteit bereikt voor terugleveren van energie aan het net én voor het leveren van stroom aan grootverbruikers zoals scholen, bedrijven, ziekenhuizen en nieuwe woningbouwprojecten. Hier wordt door de netbeheerders hard aan gewerkt.

De afgelopen jaren verder is duidelijk geworden dat de instandhoudingsplicht van de wespendief die open rondom de Veluwe leeft ervoor zorgt dat windinitiatieven hier vooralsnog zeer beperkt mogelijk zijn. Er lopen verschillende onderzoeken naar het verminderen van aanvaringen van vogels met windmolens en (on)mogelijkheden voor windenergie in onze regio. Hiermee wordt de komende periode duidelijker wat we voor 2030 kunnen realiseren.

Ten derde is er een enorme ruimtevraag; voor woningbouw, bedrijventerreinen, de landbouwtransitie en behoud ons waardevolle landschap en natuur. Alleen door opgaven te combineren, kunnen we tot een oplossing komen voor deze grote vraagstukken. De RES is van oorsprong een sectorale strategie over de hoeveelheid hernieuwbare energie die we gaan opwekken, maar is daarmee niet op zichzelf staand te realiseren. In de regio werken we daarom steeds nauwer samen om opwek, energiebesparing en het energiesysteem integraal onderdeel van alle regionale opgaven te maken.

Om onze gezamenlijke ambitie te realiseren is een herijking van de RES 1.0 nodig, die leidt tot een RES 2.0. Het opstellen van de RES 2.0 geeft ons de ruimte om eerder gemaakte keuzes te heroverwegen op grond van nieuwe inzichten en uitspraken te doen over het bod van 1,07 TWh. Hierbij hanteren wij een pragmatische aanpak met focus op kansen en draagvlak zonder de realiteit uit het oog te verliezen en waarbij wij ons bod van 1,07 TWh blijven nastreven. Wij richten ons erop om in de loop van 2025 de herijkte RES 2.0 voor de regio Stedendriehoek vast te kunnen stellen.

Nieuws
Meer nieuws